huwelijkspartnertjes
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hu·we·lijks·part·ner·tjes
Zelfstandig naamwoord
de huwelijkspartnertjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord huwelijkspartner
Gangbaarheid
- Het woord 'huwelijkspartnertjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.