hand-op-handcontacten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hand-·op-·hand·con·tac·ten
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de hand-op-handcontactenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hand-op-handcontact
     Op de markt geldt voorts dat hand-op-handcontacten moeten worden voorkomen en dat klanten zoveel mogelijk met de pinpas of de mobiele telefoon betalen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 19 maart 2024 Weblink bron
    John Bruinsma
    “Markt Arnhem draait door, maar wel thuis je bakje kibbeling opeten” (19 maart 2020) op ad.nl op Wikipedia