gennembruddet
Deens
Woordafbreking
- gen·nem·brud·det
Woordherkomst en -opbouw
- Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel gennem-
Naar frequentie | 67822 |
---|
Zelfstandig naamwoord
gennembruddet, o
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van gennembrudd