gemakzuchtigen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·mak·zuch·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de gemakzuchtigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gemakzuchtige
     Maar wil je compleet zijn dan moet je ook een brief sturen naar de parochie waar je gedoopt bent. Daar zal in het doopboek worden aangetekend, dat je je als lid aan de Kerk hebt onttrokken. Dat is een drempel, die voor gemakzuchtigen al gauw te hoog is.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 4 januari 2022 Weblink bron
    Herman Amelink
    “In de Moederkerk loop je niet lichtvaardig weg” (25 maart 2010) op nrc.nl op Wikipedia