gecontroleerders
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gecontroleerders (hulp, bestand)
- IPA: /ɣəˌkɔntroˈlerdərs/
Woordafbreking
- ge·con·tro·leer·ders
Woordherkomst en -opbouw
- gecontroleerder met de uitgang -s
Bijvoeglijk naamwoord
gecontroleerders
- partitief van de vergrotende trap van gecontroleerd