friske
Deens
Woordafbreking
- fris·ke
Naar frequentie | 3458 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van frisk
friske, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van frisk
Noors
Woordafbreking
- fris·ke
Naar frequentie | 4150 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van frisk
friske, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van frisk
Nynorsk
Woordafbreking
- fris·ke
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van frisk
friske, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van frisk