foreløbige

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • fo·re·lø·bi·ge

Bijvoeglijk naamwoord

foreløbige, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van foreløbig

foreløbige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van foreløbig