consanguïen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: consanguïen (hulp, bestand)
- IPA: /kɔnsɑŋˈɣwin/, /kɔnsɑŋˈɡwin/
Woordafbreking
- con·san·guïen, con·san·gu·ien
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van Latijn consanguineus [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | consanguïen |
verbogen | consanguïene |
Bijvoeglijk naamwoord
consanguïen
- verouderde spelling of vorm van consanguien tot 2015, "bloedverwant"
Opmerkingen
- Dit was de schrijfwijze volgens Van Dale's Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal vanaf de 10e (1976) tot en met de 15e druk (2015), daarna heeft Van Dale online zich aangepast aan de officiële spelling volgens de Woordenlijst Nederlandse Taal die het woord in 2015 voor het eerst vermeldde.
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord 'consanguïen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.