buulbuultje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: buulbuultje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- buul·buul·tje
Zelfstandig naamwoord
het buulbuultje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord buulbuul
Gangbaarheid
- Het woord 'buulbuultje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.