boomnimfje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boomnimfje (hulp, bestand)
- IPA: /ˈbomnɪmfjə/
Woordafbreking
- boom·nimf·je
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het boomnimfje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boomnimf
Gangbaarheid
- Het woord 'boomnimfje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.