boomboren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boomboren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbomborə(n) / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbom.bo̝ː.rə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.boː.rə(n)/
Woordafbreking
- boom·bo·ren
Zelfstandig naamwoord
de boomboren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord boomboor