binnenbandje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: binnenbandje (hulp, bestand)
- IPA: /ˈbɪnənˌbɑɲcjə/
Woordafbreking
- bin·nen·band·je
Zelfstandig naamwoord
het binnenbandje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord binnenband
het binnenbandje o