bijenschansen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·en·schan·sen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de bijenschansenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bijenschans
     In Nederland als geheel moeten sinds de vroege middeleeuwen vele honderden bijenschansen zijn opgeworpen, duizenden wellicht.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 juni 2022 Weblink bron “Archeologie van het landschap.” (1995), Uitgeverij Contact, [Amsterdam], ISBN 902541432X, p. 97