bidirectioneel

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bi·di·rec·ti·o·neel
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen bidirectioneel
verbogen bidirectionele
partitief bidirectioneels

Bijvoeglijk naamwoord

bidirectioneel

  1. in twee richtingen
     Auke Hoekstra doet onderzoek naar elektrisch rijden en bidirectioneel laden bij de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is groot voorstander van elektrische auto's, maar vindt wel dat deze hoofdzakelijk moeten rijden op zon -en windenergie. En dat is makkelijker gezegd, dan gedaan.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 maart 2023 Weblink bron
    Annelies Hoelen
    “Nieuwe laadpalen in Utrecht: een eitje bakken met stroom uit je auto” (Donderdag 21 maart 2019, 22:24), NOS