bezaantje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·zaan·tje
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het bezaantje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bezaan
- dim. tant. (neteldieren) soort kwal Velella velella die zich met een driehoekig zeiltje kan voortbewegen
- ▸ Het bezaantje en de blauwe knoop: plotseling waren ze wereldnieuws. Velella velella en Porpita porpita, twee kleine kwallensoorten in het noorden van de Grote Oceaan, dobberend op de golven.[1]
Verwante begrippen
- zie de categorie Neteldieren in het Nederlands
nog toe te voegen neteldieren:
- blauwe haarkwal
- bloemkoolkwal
- brakwaterpoliep
- gedraaide zeedraad
- geknoopte zeedraad
- gele haarkwal
- gewone zoetwaterpoliep
- grijze zoetwaterpoliep
- hydroïdpoliep
- Japanse kruiskwal
- kleine klokpoliep
- klepelklokje
- kubuskwal
- lange zeedraad
- mangrovekwal
- oorkwal
- pennenschacht
- plompe zoetwaterpoliep
- Portugees oorlogsschip
- parelkwal
- spiegeleikwal
- tandhoornkoraal
- zeecypres
- zoetwaterkwal
- zoetwaterpoliep +
Gangbaarheid
- Het woord bezaantje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gemma Venhuizen“Kwal in de plasticval” (11 oktober 2019) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -tje in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Zelfstandig verkleinwoord
- Neteldieren in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal