betrouwbaarheidsintervallen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·trouw·baar·heids·in·ter·val·len

Zelfstandig naamwoord

de betrouwbaarheidsintervallenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord betrouwbaarheidsinterval