beslissinkje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·slis·sin·kje
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van beslissing met het achtervoegsel -kje
Zelfstandig naamwoord
het beslissinkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord beslissing