aveloet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ave·loet
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het aveloet o
- (Jiddisch-Hebreeuws) rouwperiode vanaf de begrafenis
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'aveloet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.