antioorlog

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ti·oor·log
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen antioorlog
verbogen
partitief antioorlogs

Bijvoeglijk naamwoord

antioorlog

  1. tegen een gewapend conflict tussen twee of meer partijen (meestal tussen twee of meer naties)
     De krant wijst er wel op dat de aanstelling van een buitenlandse moslim in Irak twijfelachtig is, gezien de omvangrijke antioorlogs-sentimenten in de Arabische en moslimwereld. Moslims zouden daarom niet graag worden gezien als iemand die naar de pijpen van de Amerikanen danst, aldus de zakenkrant.[1]
     De bonte stoet die deelnam aan de officieel toegestane betoging nam ook een minuut stilte in acht ter nagedachtenis aan „de slachtoffers van Irak.” Daarnaast vroegen antiglobalisten, milieu-, antioorlogs- en derdewereldactivisten op veelal ludieke wijze en luide toon aandacht voor hun opvattingen.[2]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 19 oktober 2021 Weblink bron “Pentagon wil Amerikaan als tijdelijke oliebaas Irak” (3 april 2003), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 oktober 2021 Weblink bron “G-8-leiders met massale betogingen verwelkomd” (6 juli 2005), Reformatorisch Dagblad