allerheiligst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·ler·hei·ligst
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen allerheiligst
verbogen allerheiligste

Bijvoeglijk naamwoord

allerheiligst [1]

  1. (religie) heel erg heilig
     Moge de goddelijke Verlosser en Zijn allerheiligste Moeder je bewaren onder Hun heilige en almachtige bescherming.[2]
     Dit is een van de bekende en noodzakelijke grondwaarheden van ons allerheiligst geloof, dat de Heere Jezus Christus, om Zijn volk te verlossen en zalig te maken van hun zonden, niet slechts de waarachtige God, maar ook tevens een waar, heilig en rechtvaardig Mens heeft moeten zijn in enigheid des Persoons.[3]
  2. (figuurlijk) iets dat men heel belangrijk vindt

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 januari 2022 Weblink bron
    Theodorus van der Groe
    “Zoon des mensen” (18 november 2021), Reformatorisch Dagblad