affaldet
Deens
Woordafbreking
- af·fal·det
Woordherkomst en -opbouw
- Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel af-
Naar frequentie | 13062 |
---|
Zelfstandig naamwoord
affaldet, o
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van affald
Naar frequentie | 13062 |
---|
affaldet, o