aboriginals

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • abo·ri·gi·nals
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de aboriginalsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aboriginal
     We wilden onder meer graag een bezoek brengen aan de oudste bewoners van Taiwan, de „aboriginals", van wie de geleerden nog steeds niet weten waar ze eigenlijk vandaan komen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 22 november 2020 Weblink bron
    Johan ten Hove
    Op klompen van Peking naar Taipei : 'Ik ben geen Amerikaan, ik kom uit Holland' in: Trouw op Wikipedia, jrg. 37 nr. 10675 (6 februari 1979), Organisatie Trouw, Meppel, p. 9 kol. 6


Engels

Bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig naamwoord

aboriginals mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aboriginal