aanvankelijkers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanvankelijkers (hulp, bestand)
- IPA: / aɱˈvɑŋkələkərs / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·van·ke·lij·kers
Bijvoeglijk naamwoord
aanvankelijkers
- partitief van de vergrotende trap van aanvankelijk
- Dat is iets aanvankelijkers...