aanbesteders
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanbesteders (hulp, bestand)
- IPA: / ˈambəˌstedərs / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·be·ste·ders
Zelfstandig naamwoord
de aanbesteders mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord aanbesteder
Gangbaarheid
- Het woord 'aanbesteders' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.