aanbakseltje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanbakseltje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈambɑksəlcə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·bak·sel·tje
Zelfstandig naamwoord
het aanbakseltje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanbaksel