Eerste-Kamerlid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Eer·ste-Ka·mer·lid

Zelfstandig naamwoord

het Eerste-Kamerlido

  1. verouderde spelling of vorm van Eerste Kamerlid tot 2006
     In al die weken heb ik geen gesprek met een Eerste-Kamerlid mogen voeren of de geachte afgevaardigde kwam vroeg of laat zelf bij die vraag uit. Houden we de wetten wel afdoende tegen het licht?[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2021 Weblink bron
    Gerard van Westerloo
    “Het fluisteren der senatoren” (2 juni 2001) op nrc.nl op Wikipedia