EU-bondgenoten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: EU-bondgenoten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈeʔyˌbɔntxəˌnotə(n) / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- EU-bond·ge·no·ten
Woordherkomst en -opbouw
- EU-bondgenoot met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de EU-bondgenoten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord EU-bondgenoot
- ▸ Marineschepen van Turkije enerzijds en Griekenland en EU-bondgenoten anderzijds zijn in de weer met militaire oefeningen in het betwiste gebied bij het eiland Kastellorizo ten zuiden van Turkije.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'EU-bondgenoten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Tom Kieft“Turkije met EU op ramkoers om gas” (28 augustus 2020) op parool.nl