Bahiaansen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ba·hi·aan·sen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de Bahiaansenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord Bahiaanse
     Op de straathoeken zetten in wijde witte jurken gehulde Bahiaansen zich schrap, de voor de verkoop bestemde hapjes in frituurvet dompelend.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 21 april 2023 Weblink bron
    Hanneke de Wit
    Bruisend land van de toekomst in: Het Parool op Wikipedia, jrg. 55 nr. 15595 (16 december 1995), p. 42 kol. 1/2