zwikboor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwik·boor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwik ww en boor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwikboor | zwikboren |
verkleinwoord | zwikboortje | zwikboortjes |
Zelfstandig naamwoord
- (gereedschap) een rechte boor met aan het einde een stevige kruk voor het draaien met de hand
- Met een zwikboor kun je een zwikgat in een vat boren om lucht in het vat te laten.
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zwikboor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.