zwendelaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwendelaar (hulp, bestand)
- IPA: /'zʋɛndəˌlar/
Woordafbreking
- zwen·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit Engels swindler [1] met het achtervoegsel -aar, in de betekenis van ‘oplichter’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1789. [2]
- Naamwoord van handeling van zwendelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwendelaar | zwendelaars |
verkleinwoord | zwendelaartje | zwendelaartjes |
Zelfstandig naamwoord
- bedrieger, oplichter (die op frauduleuze wijze geld of goederen verkrijgt)
- De zwendelaar heeft de bank voor duizend euro opgelicht.
- ▸ Op hetzelfde oogenblik, dat de Heer Bayburn in de huizen der voornaamste familien toegang vond, wist men dáár zelfs vrij stellig, dat deze man een zwendelaar was, die, in Engeland naauwelijks de straf van een schandelijk bankeroet ontsnapt, andermaal in Bengalen het algemeen vertrouwen op de eerloosste wijze misbruikt had, door zijne schuldeischers te leur te stellen.[3]
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord zwendelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwendelaar" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ zwendelaar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "zwendelaar" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron De Gevallen van Rudolf Reybridge, of Schetssen van hedendaagsche Karakters, Zeden, en wijze van Opvoeding. Uit het Engelsch van W. Linley. Met Platen. IIde Deel. Te Haarlem, bij F. Bohn. In gr. 8vo. 276 Bl. f 2-18- in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1817), G.S. Leeneman van der Kroe en J.W. IJntema, Amsterdam, p. 530 op dbnl.org
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -aar in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %