zweetbad
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zweet·bad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zweetbad | zweetbaden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het zweetbad o
- een inrichting die als doel heeft de gebruiker heftig te laten zweten
- Er bestonden verschillende zweetbaden in Brussel, zoals in de Stoofstraat, die druk bezocht werden door verschillende hertogen. De zweetbaden waren in feite een veredelde vorm van bordelen.[2]
- overmatig zweten
- Ondanks het mooie weer heb ik mijn colbertje aangehouden, want er staat een straffe bries en ik wil Malaparte een beetje netjes onder ogen komen. Maar het wordt een zweetbad.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zweetbad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 15 MEI 2010
- ↑ NRC Jan van der Haar 1 november 2007