zweefvliegclub
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zweef·vlieg·club
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zweefvliegen zn en club zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zweefvliegclub | zweefvliegclubs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (sport) vereniging van mensen die vliegen met een zweefvliegtuig
- ▸ In de noordoosthoek van het voormalige vliegveld Twente heeft de 85 leden tellende zweefvliegclub nu haar terrein. Het wordt gehuurd van vliegveldontwikkelaar ADT. Er is een grasstrip van 1.000 meter, er zijn twee voertuigen met lier en er is een werkplaats ingericht in een van de shelters waarin jaren de gevechtsvliegtuigen van de militaire basis stonden gestald.[2]
- ▸ Wat er precies is gebeurd, moet volgens vice-voorzitter Paul van den Berk van de zweefvliegclub nog blijken. ,,Het waren twee vliegers met veel ervaring. Ik moet nog van hen horen wat er precies gebeurde.’’[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zweefvliegclub staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Twentsche Zweefvliegclub blij met nieuw onderkomen op vliegveld” (29-06-2016), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Zweefvliegtuigje crasht in bosperceel” (25-05-2017), Tubantia