zelfwerkzaam

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zelfwerkzaam    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zelf·werk·zaam

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstellende afleiding van zelf en de stam van werken met het achtervoegsel -zaam

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	zelfwerkzaam	zelfwerkzamer	zelfwerkzaamst
verbogen	zelfwerkzame	zelfwerkzamere	zelfwerkzaamste
partitief	zelfwerkzaams	zelfwerkzamers	-

Bijvoeglijk naamwoord

zelfwerkzaam

1. uit eigen innerlijke oorzaak of kracht handelend of werkend

Afgeleide begrippen

• zelfwerkzaamheid

Gangbaarheid

• Het woord 'zelfwerkzaam' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.