zelfregistrerend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zelf·re·gis·tre·rend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en registrerend bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | zelfregistrerend |
verbogen | zelfregistrerende |
partitief | zelfregistrerends |
Bijvoeglijk naamwoord
zelfregistrerend [1]
- meetinstrument dat automatisch waarnemingen optekent
Hyponiemen
Antoniemen
Vertalingen
1. meetinstrument dat automatisch waarnemingen optekent
Gangbaarheid
- Het woord zelfregistrerend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.