zelfklever
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfklever (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zelf·kle·ver
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf en klever
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfklever | zelfklevers |
verkleinwoord | zelfklevertje | zelfklevertjes |
Zelfstandig naamwoord
de zelfklever m
- een plakker met een zelfklevende laag
- Je kunt er deze zelfklever opplakken als het voor vervoer gereed is.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zelfklever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zelfklever" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be