zelfbegoocheling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zelf·be·goo·che·ling
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf en begoocheling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfbegoocheling | zelfbegoochelingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zelfbegoocheling v
- het zichzelf voor de gek houden
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zelfbegoocheling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.