zeildoek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zeil·doek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zeil en doek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeildoek | zeildoeken |
verkleinwoord | zeildoekje | zeildoekjes |
Zelfstandig naamwoord
- een grof, stevig weefsel waarvan zeilen gemaakt worden
Vertalingen
1. een grof, stevig weefsel waarvan zeilen gemaakt worden
Gangbaarheid
- Het woord zeildoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeildoek" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be