zeevis

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zeevis    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zee·vis

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zee  en  vis 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zeevis	zeevissen
verkleinwoord	zeevisje	zeevisjes

Zelfstandig naamwoord

de zeevis m

1. vis die in de zee leeft

Afgeleide begrippen

• zeevismarkt

Verwante begrippen

• zoutwatervis, zoetwatervis

Vertalingen

    1. vis die in de zee leeft   

Duits: Seefisch (de) m Engels: salt-water fisch (en)

Frans: poisson de mer (fr) m Spaans: pez de mar (es) m

Gangbaarheid

• Het woord zeevis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeevis" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.