zeeaas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zee·aas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zee zn en aas zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeeaas | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het zeeaas o
- (visserij) aas dat met gebruikt in de zeevisserij
- ▸ Agrariërs gaan zeeaas kweken: Nederlandse boeren gaan zagers (wormen) kweken om te verwerken in visvoer. Dat bevestigt zeeaaskwekerij Topsy Baits uit het Zeeuwse Wilhelminadorp. Het wormenbedrijf gaat een nieuwe, grote vestiging openen in de Willem Annapolder in de gemeente Kapelle.[1]
- ▸ De provincie wijst erop dat voldoende aanbod van zeeaas voorkomt dat hobbyvissers hun eigen zeeaas gaan vangen. Dat levert veel meer schade op aan het beschermde natuurgebied. De Zeeuwse Milieufederatie is tegen. „Aangespoelde mesheften graven zich ook opnieuw in, dus waarom teruggegooide niet?”[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'zeeaas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeeaas" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Agrariërs gaan zeeaas kweken” (27-07-2006), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “Vissers weigeren teruggooien ensis” (16-05-2008), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be