zanger
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zan·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zanger | zangers |
verkleinwoord | zangertje | zangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de zanger m
- (muziek), (beroep) iemand die zingt.
- Die band heeft een hele goede zanger.
- (dierkunde) ander dier (vogel) dat zingt
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- zanger-componist, zanger-gitarist, zanger-liedjesschrijver, zanger-liedschrijver, zanger-songwriter, zangeres, zangerscast, zangersfeest
Vertalingen
1. een mannelijk iemand die zingt
Gangbaarheid
- Het woord zanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zanger" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Dierkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %