zake
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- za·ke
Zelfstandig naamwoord
zake
- datief vrouwelijk van zaak, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
Uitdrukkingen en gezegden
- onverrichter zake (terugkeren)
- te dezer zake
- te dier zake
- ter zake (van)