woordverkondiging
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- woord·ver·kon·di·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van woord en verkondiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woordverkondiging | woordverkondigingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de woordverkondiging v
- prediking uit de Bijbel