wittig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wit·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wittig | wittiger | wittigst |
verbogen | wittige | wittigere | wittigste |
partitief | wittigs | wittigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
wittig [1]
- met een lichte of witte kleur
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord wittig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wittig" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Rookontwikkeling in winkelgebied Schiphol” (24 nov. 2013), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron “Wandelroute 12: De Koploper in de duinen van Goeree (deel 1)” (2 okt. 2016), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be