witsnorbaardkoekoek
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- wit·snor·baard·koe·koek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van wit bn, snor zn en baardkoekoek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witsnorbaardkoekoek | witsnorbaardkoekoeken |
verkleinwoord | witsnorbaardkoekoekje | witsnorbaardkoekoekjes |
Zelfstandig naamwoord
de witsnorbaardkoekoek m
- (spechtvogels) Malacoptila panamensis een vogel uit de familie Bucconidae (baardkoekoeken). Deze soort komt voor van zuidoostelijk Mexico tot westelijk Ecuador en telt 4 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'witsnorbaardkoekoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.