wintermuggen

Nederlands

Trichocera hiemalis 

Uitspraak

• Geluid:  wintermuggen    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• win·ter·mug·gen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  winter zn  en  muggen zn 
•  wintermug zn  met de uitgang -en

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		wintermuggen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wintermuggen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wintermug
2. meervoudsvorm als officiële benaming (tweevleugeligen) Trichoceridae  een familie uit de orde van de tweevleugeligen (Diptera), onderorde muggen (Nematocera). Wereldwijd omvat deze familie zo'n 15 genera en 183 soorten

Hyperoniemen

• [2] muggen, tweevleugeligen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] dooimug

Gangbaarheid

• Het woord 'wintermuggen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.