winkelschap
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: winkelschap (hulp, bestand)
Woordafbreking
- win·kel·schap
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van winkel zn en schap zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | winkelschap | winkelschappen |
verkleinwoord | winkelschapje | winkelschapjes |
Zelfstandig naamwoord
- schap waarop artikelen in een winkel worden uitgestald
Gangbaarheid
- Het woord winkelschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.