wildparkeerders
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wildparkeerders (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɪltpɑrˌkerdərs / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- wild·par·keer·ders
Woordherkomst en -opbouw
- wildparkeerder met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de wildparkeerders mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord wildparkeerder
Gangbaarheid
- Het woord wildparkeerders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.