wekker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wek·ker
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van wekken met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wekker | wekkers |
verkleinwoord | wekkertje | wekkertjes |
Zelfstandig naamwoord
de wekker m
- een apparaat dat gebruikt wordt om de tijd bij te houden en een functie heeft die veel geluid produceert op een ingestelde tijd
- Zet de wekker voor morgenochtend maar een halfuurtje eerder, het wordt druk morgen.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Vertalingen
1. een apparaat dat gebruikt wordt om de tijd bij te houden en een functie heeft die veel geluid produceert op een ingestelde tijd
Gangbaarheid
- Het woord wekker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wekker" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ wekker op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %