wegwerker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weg·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weg en werker
- Naamwoord van handeling van wegwerken met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegwerker | wegwerkers |
verkleinwoord | wegwerkertje | wegwerkertjes |
Zelfstandig naamwoord
de wegwerker m
- (beroep) arbeider die werkzaam is bij het onderhoud van wegen
Gangbaarheid
- Het woord wegwerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wegwerker" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 85 %