wegversperring

Nederlands

wegversperring door boze boeren

Uitspraak

• Geluid:  wegversperring    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• weg·ver·sper·ring

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  weg  en  versperring 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	wegversperring	wegversperringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wegversperring v

1. iets wat wordt gebruikt om de doorgang op een weg te belemmeren

   • De omgevallen vrachtauto was een wegversperring die pas later op de dag kon worden weggenomen. 
   • De stakende boeren hadden een wegversperring gemaakt met melkbussen. 

Synoniemen

• wegblokkade

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord wegversperring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.